1

Gastdichters:

Misantroop (Zwitsers sonnet)

Uitgelicht: Gastdichter: Roger Blaevoet

Misantroop   (Zwitsers sonnet)  
 
u treft mij hier in boetekleed gehuld 
want ik ben eenzaam door mijn eigen schuld 
dat zijn de woorden van mijn psychiater 
een vrouw - dat wel - en neigend naar occult 
 
ik wist van mij al: neen, ik ben geen prater 
en zeer afkerig van sociaal theater 
maar toch betaalde ik mijzelf een bult 
aan pseudo-wetenschappelijk getater 
 
men wordt het niet ' men is een misantroop 
tot overmaat: elk redelijk contact 
promoot spontaan de aangeboren neiging 
 
de mensheid te beschouwen als een dreiging 
het leven te berouwen als een pact 
mijn eenzaamheid staat voor geen goud te koop
 
Roger Blaevoet

Avond

Uitgelicht: Gastdichter Yvonne Broekmans

Avond
 
Over de strenge uren van de dag
hangt de avond mild zijn donkere deken.
Ik zie, als ik de kaarsen ga ontsteken
hoe je de vlam in beide ogen vangt.
 
De dingen lijken zachter in dit licht
en spelen door een meesterhand bewogen
't vertrouwde schimmenspel uit een vervlogen
tijd. Wat kijk ik graag naar jouw gezicht
 
dat ik nog strelen kan. Je lieve naam
kan ik nog noemen, maar ik weet geen zinnen
omdat ik me voor mijn gezondheid schaam.
 
De nacht, eerst nog te schuw om te beginnen
zweeft met een sidderende wiekslag binnen.
Ik doof het licht en sluit het raam.
 
Yvonne Broekmans

Sonnet voor Elise

Uitgelicht: Gastdichter Jacob Meinardi

Sonnet voor Elise
 
De moeder fluisterde: 'Sst, papa dicht!
Schrijft een sonnet, dan moet je hem niet storen,
bedenkt nu een verhaal over een toren
en een prinses waarvoor een ridder zwicht.'
 
Het kind vroeg vrolijk: `Komen er ook draken?
Met vuur dat uit hun grote kaken schiet?
En kwaakt een oude kikker ook een lied?'
`Ik weet nog niet, mijn lief, wat hij zal maken.'
 
De vader werkte door tot middernacht,
hoorde de basiliek haar klokken luiden
en sloot zijn schrift in smart, hij zuchtte zacht.
 
Geen vers, alsof de muzen het verbruiden.
Het huis was leeg. Op hem werd niet gewacht.
Wanneer dat was viel niet meer aan te duiden.
 
Jacob Meinardi

Leergeld

Uitgelicht: Gastdichter André Stek

Leergeld
 
Als armoekind verborg ik in de klas
mijn vale broek en de verstelde boorden
om te ontkomen aan het angstmoeras
 
De dorst naar wijsheid en begaafde woorden
klom boven elke schroom en schaamte uit;
mijn boek en huiswerk waren toevluchtsoorden
 
Maar in de loop der jaren blijkt hooguit
dat je een spraakgebrek niet kunt verhelen
en vastzit aan je eigen stemgeluid
 
Gemis valt nooit met anderen te delen
en wordt ook niet met schoolgeld afbetaald
want wie als kind in spraak en kleding faalt
leert nooit de kloven in zijn ziel te helen
 
André Stek

Heimwee naar jou

Uitgelicht: Gastdichter Gerard van Elslander

Heimwee naar jou
 
Droef is mijn hart, mijn ziel is pijn
Mijn liefste lief en leven:
Geen kus, geen hand, geen samen zijn,
geen woord door jou geschreven.
 
Traag kruipen dag en uur voorbij,
mijn denken doen en streven:
Geen blik, geen lach, geen groet voor mij,
geen teken meer van leven.
 
Maar één gedachte geeft mij kracht:
Jouw reine hart en sterke trouw,
zijn mij door God gegeven.
 
En' Hij die jou naar mij toebracht,
en liefde schonk aan mij voor jou:
Zal liefde weer aan liefde geven.
 
Gerard van Elslander (febr.1918 - jan.1972)
 
Een sonnet geschreven door mijn vader in 1944 toen hij was
 "ondergedoken" om aan de "Arbeitseinsatz" van de Duitsers te ontkomen. 
Daar leerde hij mijn moeder kennen in 1943. Hij schreef onder het 
pseudonym "van Elslander ", de naam van zijn moeder, mijn oma.
Het gedicht is geschreven toen hij op een andere plaats, 
elders in het land, ondergedoken zat. De post bracht geen enkel 
bericht  van mijn moeder en het treinverkeer over grote afstand was 
niet meer mogelijk.
 
Marjo Geuskens

Onweerstaanbaar

Uitgelicht: Gastdichter Koos Haydn

Onweerstaanbaar
 
Er is bij mij een poes aan komen lopen
Wat klein van stuk en magertjes in 't vlees
Ze lijkt een beetje op een Siamees
Zo eentje zou je er voor niks niet kopen
 
Aanvankelijk wou ik het beest best missen
Zo'n aanloopkat je weet het toch maar nooit
De kans is groot dat zij het huis bevlooit
Dan wel het vloerkleed onder zit te pissen
 
Ze keek me met haar poezenogen aan
Amandelvormig met dat helder blauwe
Begon toen ook nog zachtjes te miauwen
Je snapt het al, ik kon haar niet weerstaan
 
Ze ligt nu 's avonds op de bank te pitten
In 't hoekje waar ik altijd pleeg te zitten
 
Koos Haydn

Tegengif

Uitgelicht: Gastdichter Hannelly Krutwagen-Lemmens

Tegengif
 
Ik voel zo graag jouw armen om mij heen.
Mijn nestelen veroorzaakt het vervagen
van plicht en recht, van doordeweekse dagen;
de vlakke grauwheid van het algemeen.
 
Van alle drugs helpt deze mij alleen;
Ik hoef alleen maar 'hou me vast' te vragen.
Ik voel zo graag jouw armen om mij heen.
Mijn nestelen veroorzaakt het vervagen
 
van ongezond verlangen om meteen
kapot te slaan wat aan mijn kop komt knagen.
Als ik door mijn tekorten ben verslagen
helpt één remedie mij weer op de been.
Ik voel zo graag jouw armen om mij heen.
 
Hannelly Krutwagen-Lemmens

Dorp aan zee

Uitgelicht: Gastdichter Louise

Dorp aan zee
 
Ik woon in het dorp waar de zeewind om huizen
zijn stof jaagt in vlagen van zand en van zilt.
Een klagen soms kreunen maar meestal verstild
gefluister verneem ik als tomeloos ruisen
 
dat mij naar de dijk lokt waarachter het wad
haar weidsheid op deinende golven laat welven
als grafheuvels zijn zij een nimmer te delven
bewegende eeuwigheid, zompig en nat.
 
Wanneer er dan af en toe zeedampen zweven
voel ik hoe de geest van weleer voortgedreven
door 't ruim tijgt op zoek naar een lichaam van vlees.
 
Dan neig ik te denken door al wat ik lees
in boeken waar rampspoed op zee wordt beschereven
dat ik daar een dolend matroos ben geweest
 
Louise

Lenteliefjes

Uitgelicht: Gastdichter Vera De Brauwer

Lenteliefjes
 
Ze raken niet, hun speelse twijgen,
beroeren slechts dezelfde lucht.
Doch heen en weer gaat bladgerucht,
een zomer lang zal het niet zwijgen.
 
In herfstig loof, hoor hoe zij zucht,
de eik ziet haar naar hem toe neigen.
Ofschoon de maanden dagen rijgen,
draagt al haar pogen nimmer vrucht.
 
Hoe moet zij hem toch overtuigen
' wijl winter door hun kruinen blaast' 
om ook een tak naar háár te buigen?
 
Maar dan schenkt lente hem nieuw blad
en één ervan kust 't blad ernaast
wiens groen komt uit een ander bad!
 
Vera De Brauwer
 

Adem

Uitgelicht: Gastdichter Jan Doornbos

Adem
 
Daarboven op de heuvel staat een huis.
Ik zie het in gedachten ademhalen.
Het blaast tevreden wolkjes naar de stalen
midwinterlucht. Van binnen klinkt geruis
 
van pannen, trillend op het gasfornuis;
en in de keuken staan er volle schalen
met groenten klaar en geuren de verhalen
naar vroeger. Elke avond kom ik thuis,
 
dan zwoeg ik op een onvoltooid sonnet
waarin ik tracht haar adem te beschrijven,
zo levensecht als in een tijdloos lied.
 
En 's nachts lig ik te woelen in mijn bed
en zie nog steeds de beelden over drijven,
maar vind ook dan de juiste woorden niet.
 
Jan Doornbos

1

©