Breekpunt
CvDoorn:
Breekpunt
bevangen loopt zij door een straat
waar je de stilte nog hoort suizen
de hoge en doorleefde huizen
vullen opeens een oud hiaat
verdrinkend in een vloed van haat
ziet ze het paadje met plavuizen
een hekwerk van gekromde buizen
omringt de woning van het kwaad
ziet ze het paadje met plavuizen
een hekwerk van gekromde buizen
omringt de woning van het kwaad
ze kan de beelden niet ontlopen
en staart omhoog van tranen blind
hij ging vaak snoepjes voor haar kopen
en noemde zich haar grote vrind
en staart omhoog van tranen blind
hij ging vaak snoepjes voor haar kopen
en noemde zich haar grote vrind
het tuinhek staat nog altijd open
leeg zwaait een schommel in de wind
leeg zwaait een schommel in de wind
Corry van Doorn 1996
Tegenliggers
CvDoorn:
Tegenliggers
we rijden met de auto door de nacht
en komen nergens tegenliggers tegen
een koele vrouwenstem wijst ons de wegen
die leiden naar het huis dat op ons wacht
een stormvlaag krijgt de wagen in zijn macht
je gromt een vloek en stuurt verbeten tegen
de ruitenwissers vechten met de regen
linksaf na honderd meter klinkt het zacht
je gromt een vloek en stuurt verbeten tegen
de ruitenwissers vechten met de regen
linksaf na honderd meter klinkt het zacht
mijn vader heeft mijn keuze fel bestreden
hij noemde me een onbezonnen kind
dat nimmer meer zijn woning mocht betreden
hij noemde me een onbezonnen kind
dat nimmer meer zijn woning mocht betreden
nu knerpen rubberbanden op het grind
de auto brengt me weer naar het verleden
met achterin de bloemen met het lint
de auto brengt me weer naar het verleden
met achterin de bloemen met het lint
Corry van Doorn 2005
Terugblik
CvDoorn:

Terugblik
er klinkt een zacht gejammer in de nacht
de kamer wordt gevuld met angstig hijgen
van oude dromen die hem weer bedreigen
hoewel hij ze voorgoed begraven dacht
hij draagt het brandmerk nog, zes vier nul acht
en wrijft zijn arm als om het weg te krijgen
voelt niet te stuiten gruwel in zich stijgen
de beelden hebben hem teruggebracht
en wrijft zijn arm als om het weg te krijgen
voelt niet te stuiten gruwel in zich stijgen
de beelden hebben hem teruggebracht
soldaten drijven kil en onbewogen
verslagen mensen in een zwarte trein
opnieuw ziet hij met brandend onvermogen
hoe mensen toen geen mensen mochten zijn
verslagen mensen in een zwarte trein
opnieuw ziet hij met brandend onvermogen
hoe mensen toen geen mensen mochten zijn
zijn handen beven en uit oude ogen
vloeit bijtend zout uit nooit te stelpen pijn
vloeit bijtend zout uit nooit te stelpen pijn
Corry van Doorn 1996
Stof
CvDoorn: 1996
Stof
de kilte sluipt behoedzaam langs mijn huid
wanneer ik aarzelend de deur ontsluit.
op deze plek die jaren werd gemeden
zoek ik naar sporen uit een ver verleden
als zwevend spinrag hecht aan mijn gezicht
tasten mijn handen bevend naar wat licht
mijn zaklamp doet de zolder wreed ontwaken
stof dwarrelt op en oude balken kraken
uiteindelijk vind ik na naarstig zoeken
achter een kast met stukgelezen boeken
een smalle nis, niet groter dan een kist
hier werd zij weggemoffeld, uitgewist
ik vind een brief verstopt tussen de naden
waarin ik lees dat men haar heeft verraden
vaarwel schreef zij, mij zullen ze niet vangen
het touw is al die jaren blijven hangen
Corry van Doorn
4
©
Maak jouw eigen website met JouwWeb