Goud
CvDoorn:

Goud
ik denk nog hoopvol dat het zomer is
maar spinnen weven al hun herfstgordijnen
ze wachten in de fraai gesponnen lijnen
tot een insect zich dodelijk vergist
maar spinnen weven al hun herfstgordijnen
ze wachten in de fraai gesponnen lijnen
tot een insect zich dodelijk vergist
wanneer een najaarsstorm de kleuren wist
uit bladerkronen zal het bos verkwijnen
en telkens weer bevangt mij droefenis
om dit massale sterven zonder pijnen
uit bladerkronen zal het bos verkwijnen
en telkens weer bevangt mij droefenis
om dit massale sterven zonder pijnen
ondanks de warme zon krijg ik het koud
tot stemmen klinken die mijn rouw verzoeten
ik spreid mijn armen om hen te begroeten
tot stemmen klinken die mijn rouw verzoeten
ik spreid mijn armen om hen te begroeten
zij zijn de rozen in mijn sprokkelwoud
voor deze argeloze kleine voeten
strooien oktoberbomen gul hun goud
voor deze argeloze kleine voeten
strooien oktoberbomen gul hun goud
Corry van Doorn 2003
Tuinhuis
CvDoorn:

Tuinhuis
mijn kindertaal kon hem toen niet bereiken
al lag mijn warme knuistje in zijn hand
want grootvader nam afscheid van zijn land
waarvan hij na een lange strijd moest wijken
al lag mijn warme knuistje in zijn hand
want grootvader nam afscheid van zijn land
waarvan hij na een lange strijd moest wijken
als 'k later op het viaduct ga kijken
dat zwaar op huis en erven is geplant
zie ik onthutst beneden aan de rand
het oude tuinhuis nog onder de eiken
dat zwaar op huis en erven is geplant
zie ik onthutst beneden aan de rand
het oude tuinhuis nog onder de eiken
ik daal langs bermen af, mijn wangen kleuren
want voor het raam denk ik een lief gezicht
want voor het raam denk ik een lief gezicht
Ik roep vergeefs aan openstaande deuren
verwoestend heeft de tijd zijn werk verricht
verwoestend heeft de tijd zijn werk verricht
de scheefgezakte muren dragen scheuren
en spinrag weeft gebroken vensters dicht
en spinrag weeft gebroken vensters dicht
Corry van Doorn 1997
Hunkering
CvDoorn:

Hunkering
als ik na jaren weer het dorp doorkruis
zien ze in mij een stadse vreemdelinge
toch delen ze mijn jeugdherinneringen
want lang geleden hoorde ik hier thuis
zien ze in mij een stadse vreemdelinge
toch delen ze mijn jeugdherinneringen
want lang geleden hoorde ik hier thuis
een diep verlangen drijft me naar de sluis
en naar het boerderijtje aan de Linge
waar ik als kind mijn moeder hoorde zingen
en vaders lach klonk in het achterhuis
en naar het boerderijtje aan de Linge
waar ik als kind mijn moeder hoorde zingen
en vaders lach klonk in het achterhuis
met bonzend hart betreed ik weer de straat
en ruik ik de vanouds bekende geuren
en ruik ik de vanouds bekende geuren
de bomen die het najaar staan te kleuren
verwijten ruisend, 'je bent veel te laat'
verwijten ruisend, 'je bent veel te laat'
op zoek naar toegang tot vertrouwde deuren
vind ik alleen de pijn van het hiaat
vind ik alleen de pijn van het hiaat
Corry van Doorn 1995
Maak jouw eigen website met JouwWeb