Grootmoeder

CvDoorn:
Grootmoeder
 
waar ben je nu, ik kan je niet meer vinden
'k heb alle kamers van je geest doorzocht
maar neergelaten zijn nu alle blinden
als ik je ergens maar bereiken mocht
 
bij elk bezoek moet jij weer aan me wennen
ik werd een vreemde in jouw poppenkraam
tot op een keer, een blik van blij herkennen
en je begroet me, met mijn moeders naam
 
Corry van Doorn  1992

Nevelsluiers

CvDoorn:

Nevelsluiers
 
wanneer het jaar zijn laatste dagen slijt
en nevelsluiers zelfs mijn geest behangen
kan mij een vreemd vertrouwde  pijn bevangen
die ik aan de vervlogen jaren wijt
 
ik raakte veel van mijn illusies kwijt
met stille weemoed en een vaag verlangen
zou ik nu alle tranen willen vangen
die in het leven door mij zijn geschreid
 
maar als de lange nachten zijn gekomen
en dagen grauw en somber zijn  getint
dan weef ik sterrenlicht in dennenbomen
 
omdat ik weet  dat nu de tijd begint
van onbevangen weer te mogen dromen
dat ik dit keer wellicht een wonder vind
 
Corry van Doorn 1992

Wintermist

CvDoorn:

Wintermist
 
nu wintermist omhoog klimt langs het huis
sluit ze met stille weemoed de gordijnen
omdat de beelden uit de straat verdwijnen
ruilt ze het vensterraam in voor de buis
 
de tijd herschiep haar woning in een kluis
en roofde wreed alle verbindingslijnen
nu wintermist omhoog klimt langs het huis
sluit ze met stille weemoed de gordijnen
 
wanneer de ketel zingt op het fornuis
hervindt ze rust en vrede in het kleine
ze wacht en hoopt dat Hij straks zonder pijnen
haar oren vult met engelengeruis
nu wintermist omhoog klimt langs het huis
 
Corry van Doorn 2006

Poëzie

CvDoorn:

Poëzie
 
ook ik had in mijn jeugd nog mooie dromen
want zeg nu zelf die heb je toch als kind
toch zijn ze merendeels niet uitgekomen
 
ik heb gehuild, gelachen en bemind
en kijk ik terug in mijn herinneringen
dan was de poëzie een goede vrind
 
die in mijn hoofd een lied kon laten zingen
als ik door leed of pijn werd overmand
wist dat me op het goede spoor te dwingen
 
al balanceerde ik vaak op de rand
en overheersten in mijn leven plichten
ik richtte 'n schuilplaats in naar eigen hand
en woon als Slauerhoff in mijn gedichten
 
Corry van Doorn 1994

Gras

CvDoorn:

Gras
 
er ligt een fietsje en een jas
hangt slordig aan een tak geplooid
ook liggen schriftjes rondgestrooid
die vielen uit een kindertas
 
verborgen onder struikgewas
ligt zij in bladeren getooid
gebruikt en daarna weggegooid
haar handjes zijn gevuld met gras
 
in alle onrust thuis ontstaan
ontsnapte er een kleine hond
hij volgt de weg door haar gegaan
 
nu woelt hij in de bladeren rond
likt dan de stille meisjesmond
en jankt zijn pijn uit naar de maan
 
Corry van Doorn 1998