Zo ook de mens

Uitgelicht: Gastdichter Jako Fennek

zo ook de mens
 
soms deel ik met het land zijn zwijgen
begraaf mijn hand in klamme grond
bevoel de aarde naar de wond
die in zijn ziel de pijn doet stijgen
 
maar hoe ik ook verdriet onteigen
zijn zwijgzaamheid wordt toch terstond
verweer van stilte in verbond
dat in zijn aarde neer wil zijgen
 
uitbundig grappen is mijn weg
om akkers weer naar lach te leiden
geluk waarin ik weerklank leg
 
zo zal ik dan het land bevrijden
waarbij ik mij de rust ontzeg
om mij aan deze taak te wijden
 
Jako Fennek

Mijn zoon

Uitgelicht: Gastdichter Daan de Ligt

Mijn zoon
 
Soms knaagt aan mij dat angstige gevoel:
Ben ik nou wel de vader van die jongen
Die studiebol, die falen heeft verdrongen
En zonder dralen afgaat op zijn doel
 
De voorspoed heeft hem luidkeels toegezongen
Zelfs voor de heetste vuren blijft hij koel
Een zelfverzekerd lachje op z ' n smoel
Het pad naar boven kent slechts reuzensprongen
 
Examenfeesten gaan gepaard met drank
En overdaad kan leiden tot excessen
Cum laude slagen vraagt geen levenslessen
Ik vond hem languit liggend naast de bank
 
Met trots bezag ik al die lege flessen
Hij is mijn zoon, waarachtig, godzijdank
 
Daan de Ligt

Ze zijn weer terug!

Uitgelicht:  Gastdichter Koos Haydn

Ze zijn weer terug!
 
Ze waren gevlogen, zo' n vier jaar geleden
zag ik er niet één meer bij ons in de tuin.
De grasmat waarop ze voordien altijd speelden
vertoonde nadien nooit een spikkeltje bruin.
 
De dakgoot en windveren werden gemeden. 
' k Ontwaarde ze zelfs niet in heester of kruin.
Zij hadden wellicht een plausibele reden
om elders op zoek te gaan naar het fortuin
 
Maar vroeg in de morgen, net na het ontwaken
toen zaten er zes bij elkaar, lekker knus.
Ook hoorde ik zacht wat gepiep op de daken
van onder de pannen, daar wonen ze dus.
 
Mijn dag is niet mooier of beter te maken
Want niets klinkt zo blij als een tjilpende mus
 
Koos Haydn

Dagboek

Uitgelicht: Gastdichter Louise

Dagboek
 
Zij schikte bloemenstof rondom haar benen 
en bladerde met een verwezen blik
in 't stukgelezen dagboek waarvan ik
vermoedde dat een bladzij was verdwenen.
 
Haar dagen spelt zij langs de blinde zomen
van nachten in een uitgelegd patroon;
de warme melk vooraf en dan gewoon
gaan slapen zonder iets om van te dromen.
 
Maar door de jaren als een boek te binden
de maanden ruggelings geplakt, wist zij
dat elke dag geschreven nooit voorbij
zou kunnen gaan en is terug te vinden.
 
Ze zegt: 'ik voel de laatste zin in mij'
en ik, ik voel hoe zij het leven minde.
 
Louise

Zeemeermin

Uitgelicht: Gastdichter Kees Godefrooij

Zeemeermin
 
De schoonheid rond je schouders die mij geen
dag verveelden, wat is er nog van over
nadat jij plotseling van boord verdween
op die fatale dag net buiten Dover
 
waar is de schoonheid rond je schouders heen?
Het antwoord van de wind klinkt nogal pover
wellicht voor iemand anders weer te leen
wat zingt Neptunes dan, die sluwe rover?
 
Ik weet van niets, ik was er niet, Drietand
oude schavuit, zag jij haar op het droge?
ik dacht die vrouw, die vrouw daar van het land
 
haar ouders waren het die mij bewogen
tot deze schaak, zij schonken mij haar hand
ze is mijn minne nu, 't is ongelogen!
 
Kees Godefrooij

Het oude kind

Uitgelicht: Gastdichter Loes Essen

Het oude kind
 
Waar kamperfoelie geur om deuren slingert, 
de gouden regen boerenvensters vult,
herleven taferelen, speels omhuld
door dromen, die wij weefden in de wingerd.
 
Daar scheen het maanlicht blauw door kindernamen 
verenigd met een vinger op een ruit
aan weerszij van een hart, ik was de bruid
en wist het zeker, wij, voor altijd samen.
 
Ik schrijf een datum in de verse sneeuw 
vier daarmee stil een raadselachtig wonder;
te zijn hervonden na een halve eeuw
 
door wie ooit zei: mijn lieve kleine donder 
ik kom je halen met De Zilvermeeuw, 
neem jou voor eeuwig mee in mijn vooronder.
 
Loes Essen

Hart van Leerdam

Uitgelicht: Gastdichter Jan Doornbos

Hart van Leerdam 
 
Op ieder heel uur stopt de boemeltrein
uit Dordrecht op je godzijdank-station.
Wanneer ik uitstap juicht het carillon;
dan loop ik haastig over ' t kubusplein
 
naar zuid, omdat ik in het hart wil zijn
waarmee je zo volstrekt het mijne won.
Ik kwam hier elk uur aan als ik dat kon.
Want ach Leerdam, je hart is o zo klein
 
en tussen oude muren klopt het zacht
maar dwingend als een vinger tegen glas
alsof ik laat ben, of het heeft gewacht.
 
Je kijkt met al je kerken naar me uit
en luidt je klokken. Ik versnel mijn pas
totdat je mij weer in je straten sluit
 

Jan Doornbos

Stemmig landschap

Uitgelicht: Gastdichter Vera De Brauwer

Stemmig landschap
 
Een vlakte kan mij niet bekoren   
zoals dit heuvellandschap doet.
De parallelle, rechte voren,
in zware aarde omgewroet,
 
bewijzen pas hun lengte goed
wanneer het veld waarin zij sporen
een glooiing kent. Alsof een vloed
het land heeft opgestuwd waar koren
 
en ieder zo vertrouwd gewas,
speels wuivend naar wie rust komt halen,
genoeglijk op de golven deinen.
 
Ik wil de grond niet waterpas
maar wel met hellingen en dalen
waarin mijn stemmingen weerschijnen.
 
Vera De Brauwer

Dochter

Uitgelicht: Gastdichter Havano

Dochter
 
Vannacht gedroomd dat ik een kind bezat 
een dochter die mij zomaar had gevonden 
-de droom verried geen echtelijke sponde- 
in 't dorp, een onbedorven slapend gat
 
waar zij en haar vriendinnen spelen konden 
onder de bomen aan het achterpad 
Waarom kan enkel dromen zorgen dat 
mijn ziel zich zó met iemand voelt verbonden
 
Half zeven! schreeuwt mijn wekker opgewonden 
Nog één seconde voor de zeepbel spat 
voordat zij weer voorgoed is heengezonden
 
en ik me heb hervonden in de stad 
Beneden raast verkeer op de rotonde: 
ze had hier vast geen fijne jeugd gehad
 
Havano

Regenlagen

Uitgelicht: Gastdichter Lilian Caessens 

Regenlagen
 
Ze is van wolk gemaakt en heeft de tijd
verbaasd te drijven op bedaarde stromen.
Ze rust op blanke blaadjes onder bomen, 
de herfst in vlagen om een heup gespreid.
 
In waterdruppels ligt haar waardigheid.
Een zeemeermin beweegt in zilte dromen
en heeft in regenlagen waargenomen,
contouren van een schaap en majesteit.
 
Na weken, jaren, eenentwintig eeuwen
en ijskristallen in haar koude hand, 
gedreven over zee en kiezelstrand,
 
besluit ze huiverend: het zal gaan sneeuwen.
Uit ijle ogen vliegen zilvermeeuwen
wanneer ze aankomt in het achterland.
 
Lilian Caessens

Maak jouw eigen website met JouwWeb