Toren
Uitgelicht: Gastdichter Havano

Liefste, ik heb ons verleden uitgewist
'k Heb je portret verbrand
Ons ledikant vernield
Maar niets dat opgewassen is
Tegen je sporen in de toren van mijn ziel
Liefste, ik ga nu door op eigen kracht
Sinds als bij toverslag
jij uit mijn handen viel
(omdat een ander van je hield)
Maar bij het vallen van de nacht
Kom je me storen in de toren van mijn ziel
(kan ik je horen in de toren van mijn ziel)
Ik ben tevreden zo
Een vrede zo fragiel
Want als je nooit meer bij me spookt
Ben ik verloren in de toren van mijn ziel
De oude man
uitgelicht: Gastdichter Eswé

De oude man knaagt doelloos op het bankje
gezeten naast zijn overleden vrouw
met wie hij altijd na het middagdrankje
te wandel ging. Nu hoort hij in de rouw
Het doktersvoorschrift ligt nog op het plankje
waar ook de leesbril ligt, zijn ogenschouw.
De zorghulp kommert niet om geen bedankje.
dat niets hem is ontglipt. De koele bries
zal als hij haar niet warmt, zijn lief verstijven.
Verslikt heeft hij zijn levenszin, en zucht
Wij zullen altijd, altijd samen blijven
Tot het einde toe genoten
Uitgelicht: Gastdichter Koos Haydn

Van alles wat er op de tafel kwam
Aan zuigbig of het zadel van een lam
Nam hij een deel als voor een leeuw bemeten
Of enig ander smakelijke zwam
Dan was het hek volledig van de dam
Het tafelen ontaardde dra in vreten
Die kreunend op tweehonderd kilo kwam
Besloot zijn hart dat het was uitgestreden
En toen het vuur possessie van hem nam
Dacht hij ~'t Is heerlijk braden in m' n eigen slede
Erfenis
Uitgelicht: Gastdichter Remco Sprong

zijn lieve vrouw huilt stil, geknield
bij 't afgetobde lichaam; moegestreden
de man van wie zij zo intens veel hield
de mond gesloten, de neus een toevluchtsoord
ik kijk naar hem. De zuster komt hem wassen
maar wacht, beseffend dat zij stoort
besef ik pas dat hij gestorven is
de lijkwagen rijdt voor. Eén van de mannen vraagt
of hij er bij mag; benadrukt het gemis
een nieuwe dag; mij rest de erfenis
Brief
Uitgelicht: Gastdichter Papaver

Sarah
Uitgelicht: Gastdichter Anna Maria
Sarah
je ziet mijn naakte waarheid lief, een vrouw
die dorre lasten draagt van teveel jaren
de borsten zwaar, de buik verwelkt van 't baren
met vouwen van vermoeid verlies en rouw
de lippen door de tijd verbeten, rauw
van kussen die te vaak geen liefde waren
geharde handen konden niet bewaren
een warmte die vergeven werd aan kou
mijn liefste, ach ik weet, de wereld lacht
om herfst die zich met lente heeft verbonden
en bloesem aangetast door zomerzonden
maar als wij samen liggen in de nacht
dan is 't mijn hart bedekt met oude wonden
dat jou geruststelt en jou bij mij bracht
noot: n.a.v. G. Moustaki: 'Sarah'
Anna Maria
tempo doeloe

je bleef de sarong steeds volhardend dragen
je lachte wanneer ik weer op kwam dagen
als jij je culinair had uitgesloofd
je huis een pasar malam in het klein
we dronken kelken toeak na ' t festijn
ik zal je ajam roetjak niet vergeten
nu heeft de koude klei bezit genomen
van heimwee naar de gordel van smaragd
wat vage klanken van de krontjong komen
dan voel ik ademloos de stille kracht
binnenkort bengt ze het ook ten gehore op de Pasar Malam.
Kim is 25 jaar oud en afgestudeerd aan het conservatorium.
Ik ben zelf erg blij met haar bewerking
Geuren
Uitgelicht: Gastdichter Tslia
als ik de natte aarde ruik en schuil
klinkt plots een echo, roep van lang geleden
een duif misschien of toch een wijze uil
dan ga ik naar het bos, ben moegestreden
het spleen zal ik waarschijnlijk niet ontspringen
de herfst met al zijn geuren voelt dichtbij
toch zal ik van zijn kleuren blijven zingen
zie ik nu toch heel hoog een nevelvlek
bevrijd laat ik de smalle wereld los
en langzaam vormt het blad een bladerdek
een koekoek wekt mij met zijn lentezang
Heilloos verlangen
Uitgelicht: Gastdichter Kees Godefrooij

om vat te krijgen op dit tijdsgewricht
leg ik wat woorden vast in een gedicht
als poging om de onlust te verklaren
vandaar dat ik mij anderszins verplicht
en mee zal trekken met het wijkend licht
tot in de eeuw van de Salons, de jaren
met de bronzen gloed van de Romantiek
en rechters zich met B* zouden bemoeien
een eeuw waarin de kunsten konden bloeien
en ik, die alsmaar zweef op haar thermiek.
Met B* wordt de dichter Charles Baudelaire bedoelt.
Stervende kastanjes
Uitgelicht: Gastdichter Daan de Ligt

geen mens op straat, geen auto was te horen
de telefoon had het contact verloren
de schappen in de winkels bleken leeg
de trams en bussen stonden als bevroren
vanuit de onbewogen singel steeg
een dichte muur van damp, ik keek en kreeg
het vreemde beeld opnieuw te zijn geboren
het oude leek bij toverslag verdreven
de stad totaal verlaten en sereen
wij bleven in een paradijs van steen
ik zag een dode boom ... en bad om leven
Maak jouw eigen website met JouwWeb