Toren

Uitgelicht: Gastdichter Havano

Toren
 
Liefste, ik heb ons verleden uitgewist 
'k Heb je portret verbrand 
Ons ledikant vernield 
Maar niets dat opgewassen is 
Tegen je sporen in de toren van mijn ziel

Liefste, ik ga nu door op eigen kracht
Sinds als bij toverslag
jij uit mijn handen viel
(omdat een ander van je hield)
Maar bij het vallen van de nacht 
Kom je me storen in de toren van mijn ziel 
(kan ik je horen in de toren van mijn ziel)
 
Liefste, zo ga je langzaam op in rook 
Ik ben tevreden zo 
Een vrede zo fragiel 
Want als je nooit meer bij me spookt 
Ben ik verloren in de toren van mijn ziel
 
Havano

De oude man

uitgelicht: Gastdichter Eswé

 
De oude man  

De oude man knaagt doelloos op het bankje
gezeten naast zijn overleden vrouw
met wie hij altijd na het middagdrankje
te wandel ging. Nu hoort hij in de rouw
 
te wezen maar dat neemt hij niet zo nauw. 
Het doktersvoorschrift ligt nog op het plankje
waar ook de leesbril ligt, zijn ogenschouw. 
De zorghulp kommert niet om geen bedankje.
 
Zijn hersens zijn nog goed, hij weet precies
dat niets hem is ontglipt. De koele bries
zal als hij haar niet warmt, zijn lief verstijven.
 
Dus slaat zijn arm verbeten om de lucht
Verslikt heeft hij zijn levenszin, en zucht
Wij zullen altijd, altijd samen blijven
 
Eswé | 28 augustus 2007

Tot het einde toe genoten

Uitgelicht: Gastdichter Koos Haydn

Tot het einde toe genoten
 
Wat kon die man toch lekker zitten eten
Van alles wat er op de tafel kwam
Aan zuigbig of het zadel van een lam
Nam hij een deel als voor een leeuw bemeten
 
En las de kaart risotto van boleten
Of enig ander smakelijke zwam
Dan was het hek volledig van de dam
Het tafelen ontaardde dra in vreten
 
Maar eens toen hij de weegschaal had betreden
Die kreunend op tweehonderd kilo kwam
Besloot zijn hart dat het was uitgestreden
 
Hij werd ten crematorium gereden
En toen het vuur possessie van hem nam
Dacht hij ~'t Is heerlijk braden in m' n eigen slede
 
© Koos Haydn 26-8-2007 

Erfenis

Uitgelicht: Gastdichter Remco Sprong

Erfenis
 
nu is mijn vader dan toch overleden
zijn lieve vrouw huilt stil, geknield
bij 't afgetobde lichaam; moegestreden
de man van wie zij zo intens veel hield
 
de ogen dicht, verzonken in hun kassen,
de mond gesloten, de neus een toevluchtsoord
ik kijk naar hem. De zuster komt hem wassen
maar wacht, beseffend dat zij stoort
 
als hij is afgelegd, zijn mooiste kleren draagt,
besef ik pas dat hij gestorven is
de lijkwagen rijdt voor. Eén van de mannen vraagt
of hij er bij mag; benadrukt het gemis
 
het wordt al ochtend en in het oosten daagt
een nieuwe dag; mij rest de erfenis
 
Remco Sprong

Brief

Uitgelicht: Gastdichter Papaver

Brief  
 
Vandaag opnieuw aan haar gedacht die ik vergat.
Ik las een nooit geschreven brief luidop
en stak mijn dromen in de envelop
- haar verre woorden nooit goed ingeschat.-
 
Vandaag geen krant gekocht, maar wel geluisterd
naar zwanen op het meer, naar wind die jaagt,
naar klankrijm van een vrouw die vraagt
of ik langskom in gedachten als het duistert.
 
Vandaag iets dicht gemaakt dat niet bestond:
een gat in mijn geheugen met verdriet,
zoals je oude dingen weggraaft uit de grond.
 
Alsof je teruglas wat zij achterliet
haar zachte lippen naast je open mond.
Wou schrijven dat, maar deed het niet.
 
Papaver

Sarah

Uitgelicht: Gastdichter Anna Maria

Sarah 

 

je ziet mijn naakte waarheid lief, een vrouw

die dorre lasten draagt van teveel jaren

de borsten zwaar, de buik verwelkt van 't baren

met vouwen van vermoeid verlies en rouw

 

de lippen door de tijd verbeten, rauw

van kussen die te vaak geen liefde waren

geharde handen konden niet bewaren

een warmte die vergeven werd aan kou

 

mijn liefste, ach ik weet, de wereld lacht

om herfst die zich met lente heeft verbonden

en bloesem aangetast door zomerzonden

 

maar als wij samen liggen in de nacht

dan is 't mijn hart bedekt met oude wonden

dat jou geruststelt en jou bij mij bracht

noot: n.a.v. G. Moustaki: 'Sarah'

 

Anna Maria

tempo doeloe

Uitgelicht: Gastdichter Daan de ligt
tempo doeloe
 
de vlammen uit de oost zijn nooit gedoofd
je bleef de sarong steeds volhardend dragen
je lachte wanneer ik weer op kwam dagen
als jij je culinair had uitgesloofd
 
de onvolprezen geur van Indisch eten
je huis een pasar malam in het klein
we dronken kelken toeak na ' t festijn
ik zal je ajam roetjak niet vergeten
 
je hebt je leven hier met trots volbracht 
nu heeft de koude klei bezit genomen
van heimwee naar de gordel van smaragd
 
maar uit je kille graf hoor ik nog zacht
wat vage klanken van de krontjong komen
dan voel ik ademloos de stille kracht
Daan de Ligt
Het gedicht is op muziek gezet en gezongen door Kim Pendjol, 
binnenkort bengt ze het ook ten gehore op de Pasar Malam.
Kim is 25 jaar oud en afgestudeerd aan het conservatorium. 
Ik ben zelf erg blij met haar bewerking

Geuren

Uitgelicht: Gastdichter Tslia

geuren 
   
als ik de natte aarde ruik en schuil
klinkt plots een echo, roep van lang geleden
een duif misschien of toch een wijze uil
dan ga ik naar het bos, ben moegestreden
 
de boom verstoot het blad, de aarde mij
het spleen zal ik waarschijnlijk niet ontspringen
de herfst met al zijn geuren voelt dichtbij
toch zal ik van zijn kleuren blijven zingen
 
dan lig ik stil en luister naar het bos
zie ik nu toch heel hoog een nevelvlek
bevrijd laat ik de smalle wereld los
en langzaam vormt het blad een bladerdek
 
zo slaap ik zacht de hele winter lang
een koekoek wekt mij met zijn lentezang
 
Tsila

Heilloos verlangen

Uitgelicht: Gastdichter Kees Godefrooij

Heilloos verlangen
 
Om meer te doen dan louter liggen staren
om vat te krijgen op dit tijdsgewricht
leg ik wat woorden vast in een gedicht
als poging om de onlust te verklaren
 
maar leven in een vers stuit op bezwaren
vandaar dat ik mij anderszins verplicht
en mee zal trekken met het wijkend licht
tot in de eeuw van de Salons, de jaren
 
waarin blank marmer onbeschaamd zou stoeien
met de bronzen gloed van de Romantiek
en rechters zich met B* zouden bemoeien
 
vanwege zijn onkuise symboliek
een eeuw waarin de kunsten konden bloeien
en ik, die alsmaar zweef op haar thermiek.

Met B* wordt de dichter Charles Baudelaire bedoelt.
 
Kees Godefrooij

Stervende kastanjes

Uitgelicht: Gastdichter Daan de Ligt

stervende kastanjes
 
het ochtendblad was blank, de ether zweeg
geen mens op straat, geen auto was te horen
de telefoon had het contact verloren
de schappen in de winkels bleken leeg

de trams en bussen stonden als bevroren
vanuit de onbewogen singel steeg
een dichte muur van damp, ik keek en kreeg
het vreemde beeld opnieuw te zijn geboren

 


het oude leek bij toverslag verdreven
de stad totaal verlaten en sereen
wij bleven in een paradijs van steen
ik zag een dode boom ... en bad om leven
 
Daan de Ligt

Maak jouw eigen website met JouwWeb